De Poolse biochemicus Casimir Funk (1884-1967) bedacht in 1911 de term vita amine wat levensstof betekent. Hij sprak over vitale amines omdat hij dacht alle vitamines een eiwit-structuur (amine) hadden. Vitale amines werd al snel vitamines.
Men ontdekte in de eerst helft van de 20-ste eeuw dat voedsel bepaalde stoffen bevat die essentieel zijn voor het behoud van een goede gezondheid. De zogeheten Vitamines. Het woord is een combinatie van het Latijnse vita (= leven) en amine (= stikstof-bevattende verbinding). Later werd bekend dat niet alle vitamines stikstof bevatten, maar het woord vitamine was toen al algemeen in gebruik.
Vitamines kan je indelen in vet- en wateroplosbare vitamines. Aan de wateroplosbare vitamines werd steeds bij een vinding van een vitamine een cijfer toegekend. Als de stof later geen vitamine bleek te zijn, werd hij weer geschrapt. Dat verklaart dus ook de gaten in de cijferreeks van wateroplosbare vitamines
Wat zijn vitamines eigenlijk?
Vitamines zijn werkzame organische stoffen die in natuurlijke voedingsmiddelen in kleine hoeveelheden voorkomen. Zij hebben een specifieke functie bij speciale cellen en weefsels in het lichaam. Vitamines kunnen niet of maar in geringe mate in het lichaam zelf gevormd worden (geldt ook voor essentiële vetzuren en eiwitten).
Vitamines vervullen veelal de rol van co-factoren bij vele enzymatische processen. Enzymen zijn stoffen die chemische reacties in het lichaam versnellen.
De dagelijkse behoefte aan vitamines
In 1941 zijn richtlijnen opgesteld voor de aanbevolen dagelijkse behoefte (= ADH). Deze werden berekend op het voorkomen van ernstige, toen bekende deficiëntieziekten en werden berekend voor een hele bevolking; niet voor de behoefte van een individu. In de berekening is geen rekening gehouden met individuele behoefte (waarbij factoren als leefstijl, ziekte, sportbeoefening een rol spelen). Maar er is ook geen rekening gehouden dat er veel factoren zijn die een rol spelen bij beschikbaarheid, opname, werking en afbraak van vitamines. De ADH geeft dus geen optimale intake aan voor een individu.
In de nieuwe Europese richtlijnen van voedingssupplementen ligt de nadruk op de veiligheid van middelen. Wat is de maximale veilige hoeveelheid = het hoogste niveau van inname waarbij geen ongewenste effecten op de gezondheid van de mens wordt gezien. Grofweg niet meer dan 100% van de ADH voor vitamine A en D en de mineralen en voor de hele rest niet meer dan 500%.
Bij orthomoleculair doseringen wordt rekening gehouden met het individu, ziekte of klachten en (speciale) omstandigheden. Iemand die ziek is kan veel hogere behoeftes hebben aan bepaalde vitamines dan iemand die gezond is. Samengevat is de ADH in veel gevallen een te krappe maat die eigenlijk door veel mensen al niet eens gehaald wordt!
Welke Vitamines zijn er?
Er zijn 13 vitamines; negen wateroplosbare vitamines en vier vetoplosbare vitamines. De vetoplosbare vitamines zijn vitamine A, vitamine D, vitamine E en vitamine K. De vetoplosbare vitamines zitten voornamelijk in het vet van voedingsmiddelen en kunnen in de weefsels van het lichaam worden opgeslagen. De wateroplosbare vitamines zijn vitamine B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11 (foliumzuur) en B12 en vitamine C. Deze vitamines zitten juist in het vocht dat in voedingsmiddelen zit. Het lichaam kan deze wateroplosbare vitamines (met uitzondering van vitamine B12) niet goed opslaan; een teveel verlaat het lichaam via de urine.
Oervoeding en vitamines
Als je dagelijkse eetpatroon die van Oervoeding is, krijg je in principe voldoende vitamines binnen. Nog even kort het dagelijkse eetpatroon volgens Oervoeding is geen geraffineerde suikers, geen melkproducten, geen koolhydraten uit brood, pasta etc. Maar meer eiwitten en (gezonde) vetten en veel meer groente en fruit eten en niet de hele dag door eten.
Waarom in principe? Omdat er dan in ons voedsel wel voldoende vitamines moeten zitten. Groente en fruit halen hun vitamines en ook de mineralen uit de grond. Door het intensieve gebruik bevat veel landbouwgrond nog maar weinig mineralen en vitamines (zie ook Blogbericht "Biologisch voedsel gezonder of niet?"). Ook wordt veel fruit al geplukt voordat het volledig gerijpt is en juist in deze laatste fase worden de vitamines mede door de zon aangemaakt. Als dus een sinaasappel geplukt wordt voordat deze gerijpt is en vervolgens 4 maanden in een koelcel in het donker "gerijpt" wordt, is de optelsom snel gemaakt dat deze sinaasappel minder vitamines bevat.