Welke overgangsklachten zijn normaal?

Overgangsklachten wie kent ze niet? Zelf ondervonden (of aan het ondervinden) of van je moeder of anderen gehoord. Opvliegers, chagrijning zijn, zweten, hoofdpijn, buikpijn, je huid wordt minder elastisch, snor krijgen, haaruitval, je vagina wordt droger, je verzameld wat vet rondom je taille, onregelmatige menstruatie, je gaat er ouder uitzien en alles gaat hangen. Dit is een greep uit een lijst van de 34 meest voorkomende overgangsklachten. Na schatting heeft 60 tot 80% van de vrouwen tijdens de overgang last van opvliegers en andere overgangsklachten.

Veel vrouwen zeggen dat dit alles hoort bij de overgang. Ja, sommige zaken horen bij de overgang zoals ouder worden, onregelmatige cyclus, je huid gaat wat hangen (de bekende hangende kipfilet onderaan de achterkant van je bovenarm), je krijgt een randje buikvet en je botdichtheid neemt iets af. Al die andere zaken horen niet bij de overgang en menopauze. Je hebt hier geen last van als je een normale hormoonhuishouding hebt. Kan het zijn dat onze levensstijl, dat wat wij eten en langdurige stress een grote invloed hebben op onze hormoonhuishouding en deze klachten veroorzaken? Ik denk van wel.

Overgangsklachten – overgang en menopauze

De overgang is de periode die voorafgaat aan de laatste menstruatie en kan starten vanaf je 40-ste jaar en doorlopen tot je 55-ste. In deze periode vinden er veranderingen plaats in de productie van de hormonen en je krijgt als vrouw te maken met lichamelijke en psychische veranderingen.  Het is de aanloop naar niet meer zwanger kunnen worden. Je gaat afscheid nemen van je vruchtbare periode. Met andere woorden je reproductieve taak zit er op. In de dierenwereld weet je partner dat je niet meer zwanger kan/wilt worden doordat je anders gaat ruiken. Dit gebeurt ook met ons. We gaan anders ruiken, we krijgen een iets oudere kop en alles gaat wat meer hangen. Je wordt wat minder aantrekkelijk  voor de andere partij.

Het woord menopauze betekent letterlijk “de laatste menstruatie.”  Hierna kan je niet meer zwanger worden. Meestal weet je dit pas nadat er een jaar is verstreken zonder menstruatie. Als we in de overgang goed voor ons zorgen, zullen we merken dat de menopauze ook leuker is en dat we minder last van overgangsklachten hebben.

De hormonen oestrogeen, progesteron en prolactine

Ik sta even stil bij de rol van deze drie geslachtshormonen die voor vrouwen in de menstruatieperiode (vruchtbare periode) een belangrijke rol spelen zodat we straks beter kunnen begrijpen wat er in de overgang gebeurt en waar overgangsklachten mee te maken hebben.

Oestrogeen zorgt voor de groei en rijping van de follikels in de eierstokken, zorgt voor de opbouw van het baarmoederslijmvlies en zorgt in de puberteit voor de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken.

Progesteron wat letterlijk voor de zwangerschap betekent, helpt bij de rijping van de follikel, zorgt ervoor dat als de eicel bevrucht wordt het baarmoederslijmvlies klaar is voor de innesteling en gaat de rijping van een nieuwe eicel tegen als je zwanger bent. Want je wil gedurende je zwangerschap niet nog een keer zwanger worden

Prolactine zorgt gedurende de zwangerschap voor de aanmaak van borstvoeding. Maar prolactine ondersteunt ook de werking van oestrogeen, progesteron, cortisol en insuline (hier kom ik straks op terug).

Hoe krijgen we deze hormonen binnen?

De bouwstoffen om oestrogeen en progesteron te maken zit in ons eten. We moeten dus de juiste bouwstoffen en hulpstoffen binnen krijgen om deze hormonen aan te kunnen maken. En de werkplaats (= lever) waar deze grondstoffen bewerkt worden moet ook goed functioneren.

De bouwstof voor oestrogeen en progesteron is cholesterol. Om goed cholesterol binnen te krijgen moeten we voedsel eten dat meervoudig onverzadigde vetzuren bevat. Denk hierbij aan olijfolie (niet verhitten), noten (ongebrand en ongezouten) en vette vis (zalm, makreel) en de inname van verzadigde vetzuren beperken (kaas, chips, roomboter, vlees, gefrituurde produkten)

Er zijn ook hulpstoffen nodig bij de aanmaak van hormonen en deze zijn: vitamine A, vitamine C, vitamine E, vitamine B3 en B6, Magnesium en zink. De B-vitamins B3 en B6 spelen een belangrijke rol bij hormonale depressiviteit.

De twee genoemde hormonen worden niet direct uit cholesterol gemaakt dat gebeurd met allerlei tussenstapjes. Waarbij oestrogeen aan het einde van al deze stapjes staat. Uit cholesterol wordt ook cortisol aangemaakt. De aanmaak van oestrogeen komt in het gedrang als er andere processen zijn die ook cholesterol of cortisol nodig hebben. Denk hierbij aan stress. En wat gebeurd er als je cholesterolverlagers slikt? Waar moet je dan nog oestrogeen en progesteron van maken?

De invloed van de lever op onze hormoonhuishouding

Je eet de juiste bouwstoffen en hulpstoffen waardoor de aanmaak van oestrogeen uit cholesterol plaatsvind (in de eierstokken) maar nu moet het gemaakte oestrogeen nog omgezet worden in een actieve bruikbare vorm. Dat gebeurt in de lever in 2 stappen. Eerst wordt er van oestrogeen hydroxy-oestrogeen gemaakt en daarna methyl-oestrogeen. Deze laatste vorm hebben we nodig en hier gaat het vaak mis. Dus als je last hebt van hormonale klachten, kan het te maken hebben met de werking van je lever. Ik zal uitleggen hoe het zit.

Je lever is de grote omvormer in ons lichaam en werkt in 2 fases; fase 1 en fase 2. Als fase 1 goed werkt maakt onze lever uit oestrogeen hydroxy-oestrogeen wat ondermeer de eigenschappen heeft dat het ontstekingsbevorderend is, proliferatief (nieuw weefsel aanmaken), pijn geeft en pro-carcinigeen is. Hier zit je niet op te wachten. Daarom is het zo belangrijk dat in fase 2 van de lever dit hydroxy-oestrogeen wordt omgezet in de methyl-oestrogeen. De bruikbare vorm van oestrogeen die ontstekkingsremmend, pijnstillend en anti-carcinogeen is. Als je tijdens de menstruatie of overgang last hebt van pijnklachten, heftige bloedingen of andere PMS-klachten heb je waarschijnlijk last van hydroxy-oestrogeen. Als je ervoor zorgt dat de lever beter gaat werken (fase 2) zul je zien dat veel van deze klachten verdwijnen.

Belangrijke stoffen voor de lever om goed te functioneren zijn Omega 3-vetzuren voor fase 1 en zwavelhoudende aminozuren, B-vitamines en mineralen, met name zink en selenium voor fase 2. Zwavelhoudende aminozuren zit in knoflook (2 tot 3 teentjes per dag), ui, prei, bieslook.  Om voldoende mineralen binnen te krijgen is het eten van ongeveer 500-700 gram groente per dag de norm. Omdat we mineralen niet op kunnen slaan, betekent dat je deze hoeveelheid elke dag moet eten. Veel mensen halen dit niet. Dan is suppletie met een kwalitatief goed mineralen-supplement een idee. Ook is het suppleren van omega 3-vetzuren is nodig omdat we niet meer dan 2x per week vette vis kunnen eten in verband met de zware metalen.

De invloed van stress op onze hormoonhuishouding

Langdurige stres ontregelt de hormoonbalans. En wat mij betreft is bij langer dan 1 week al sprake van langdurige stress. En dit kan stress zijn om je baan, de crisis, je hypotheek, ruzie, tentamenperiode etc.

Vrouwen maken als zij stress hebben prolactine aan. Het is het stresshormoon bij uitstek bij vrouwen. Vrouwen die last hebben van stress, hebben dus een verhoogde prolactinespiegel. Symptomen van een verhoogde prolactinespiegel zijn: pms-klachten, onregelmatige menstruatie of uitblijven menstruatie, depressief voelen, inslaap- of doorslaapstoornissen hebben, nergens zin in hebben, uitdroging slijmvliezen, concentratieverlies.

Prolactine is de tegenhanger van dopamine. Is prolactine hoog dan is dopamine laag. Dopamine is het GO-hormoon. Het zorgt ervoor dat we initiatief nemen, dat we plezier hebben, oplossingen bedenken voor problemen. Bij langdurige stress is prolactine hoog en dopamine laag. Herken je enkele overgangsklachten die niets te maken hebben met een natuurlijk verlaagd oestrogeenspiegel maar terug te voeren zijn op stress?

In de stressreactie maakt het lichaam (nor)-adrenaline aan. Het maakt ook cortisol om als het gevaar is geweken te zorgen dat de stressreactie uitgezet kan worden. Als er sprake is van langdurige stress wordt er constant cortisol aangemaakt. Dit doet de bijnier. De bijnier maakt ook DHEA aan (DeHydroepiandrosteron). Dit is de voorloper van testosteron en oestrogeen. Bij langdurige stress wordt de aanmaak van DHEA uitgeschakeld. Je kan dus niet meer voldoende oestrogeen aanmaken. De gevolgen van een tekort aan

oestrogeen zijn: huidveranderingen (plooien) rondom bovenlip, vertraagde stresstolerantie, verminderd libido, concentratieverlies. Langdurige stress levert dus oestrogeenproblemen op waarvan wij sommigen weer typeren als overgangsklachten die erbij horen.

De stressreactie is een overlevingsreactie en deze gaat altijd voor. Daarom gaat bij stress de voorkeur naar de aanmaak van cortisol en niet naar het hormoon oestrogeen.

De invloed van insulineresistentie op de hormoonhuishouding

Bij de meeste mensen staat het voedingspatroon in het teken van (geraffineerde) koolhydraten. Elke keer als we koolhydraten eten, stijgt onze bloedsuikerspiegel, produceert de alvleesklier insuline om te zorgen dat het glucose uit de koolhydraten opgenomen kan worden door onze cellen en de bloedsuikerspiegel daalt. Door de overmatige consumptie van koolhydraten maakt onze alvleesklier overuren en de cellen die glucose moeten opnemen worden ongevoeliger voor insuline. We noemen dit insulineresistentie. Wat inhoudt dat het overschot aan insuline naar weefsel gaat die hier gevoelig voor zijn. Een voorbeeld van cellen die gevoelig zijn voor insuline zijn de thecacellen in de eierstok.

In de eierstok zitten granulose- en thecacellen. De thecacellen zorgen voor de productie van testosteron en de granulosacellen zorgen voor dat het testosteron omgezet wordt in oestrogeen. Door dat de thecacellen insulinegevoelig zijn gaat overtollig insuline hier naar toe waardoor deze cellen harder kunnen gaan werken en dus veel testosteron produceren. Een hoge testosteronproductie zorgt er gelijkertijd voor dat het enzym dat testosteron moet omzetten in oestrogeen geremd wordt. Een vrouw die teveel testosteron ten opzichte van oestrogeen produceert krijgt mannelijke kenmerken. Zoals een duidelijke snor bij de bovenlip en kaler worden bovenop het hoofd.

Als je in de overgang zit, wordt de productie van oestrogeen al minder en als je insulineresistent bent wordt het testosteron niet omgezet in oestrogeen. Je wordt steeds minder gezellig, krijgt een snor en wordt kaal.

Hoe weet je of je insulineresistent bent? Als je met gemak een maaktijd kan overslaan ben je niet insulineresistent.  Denk je dat je het wel bent. Kijk dan naar je voedingspatroon en laat geraffineerde koolhydraten zo veel mogelijk staan, eet niet de hele dag door en ga bewegen (krachttraining).

Overgangsklachten – Samenvatting

In de overgang daalt de oestrogeenspiegel waardoor je verminderd vruchtbaar wordt. Uiteindelijk stopt je menstruatie en is je vruchtbare periode voorbij. De daling van het oestrogeen heeft naast dat je niet meer vruchtbaar bent ook andere natuurlijke gevolgen zoals: je gaat er ouder uitzien, je huid gaat iets hangen en je botdichtheid neemt iets af en je krijgt een randje buikvet. Dit hoort erbij. Koester dit randje buikvet omdat dit in de menopauze nog de enige bron is om testosteron aan te maken en we van hieruit nog oestrogeen kunnen aanmaken. Zorg dan wel dat je blijft bewegen (krachttraining). Blijf je grote spiergroepen gebruiken.

Alle andere klachten zoals opvliegers, nachtzweten, pijn, depressie, stemmingswisselingen, ontstekingen, inslaap- of doorslaapstoornissen hebben, nergens zin in hebben, uitdroging slijmvliezen, concentratieverlies, huidveranderingen (plooien) rondom bovenlip, vertraagde stresstolerantie, verminderd libido, concentratieverlies, snor bij de bovenlip en kaler worden bovenop het hoofd zijn geen specifike overgangsklachten. Deze klachten zijn terug te voeren op:

Onjuiste voedingspatroon waardoor we niet de juiste bouwstoffen en hulpstoffen binnen krijgen om hormonen aan te maken.

Een lever die niet goed werkt

Op de invloed van insulineresistentie op onze hormoonhuishouding

Op de invloed van stress op onze hormoonhuishouding

Punt 1 t/m 3 hebben een direct verband met ons voedingspatroon. Belangrijke aandachtspunten met betrekking tot voeding en overgangsklachten zijn:

Laat geraffineerde koolhydraten zo veel mogelijk staan

Eet voldoende vette vis zoals zalm, makreel (omega 3 vetzuren )

Eet prei, ui, knoflook, bieslook (zwavelhoudende aminozuren lever)

Artisjok is ook goed voor de lever!

Eet voldoende groente (mineralen)

Levertraan, haring en makreel voor vitamine D

Levertraan, boerenkool, spinazie en broccoli voor vitamine A

Langdurige stress speelt ook een belangrijke rol bij overgangsklachten.  Als het niet mogelijk is om de stressor weg te nemen is het een aanrader om te kijken of je beter met de stress om kan leren gaan.

Soms lukt het niet om alleen met voeding te klachten te verminderen en heeft ons lichaam een steuntje nodig in de vorm van suppletie. Je kan hierbij denken aan:

Een multivitamine

Een multi-mineralen

Omega 3 vetzuren

In mijn volgende blog besteed ik aandacht aan Maca. Een wortel uit het Andesgebergte die binnen de nutritionele geneeskunde zowel bij mannen als vrouwen wordt gebruikt voor de behandeling van hormoongerelateerde klachten zoals  PMS, postmenopauzale klachten, verstoorde hormoonhuishouding en prostaatvergroting.

Als je wilt reageren op dit artikel kan dat door het achterlaten van een reactie. Ook kan je het verder verspreiden door het te delen met anderen. Je kan hiervoor de social media knoppen gebruiken.