Hoe Koken ons tot Mens maakte
Waar komen wij mensen vandaan? Wat onderscheidt ons van dieren? Antropologen en biologen zoeken de verklaring in onze evolutionaire geschiedenis. Die gaat van de Australopithecus, die zo’n 2,3 miljoen geleden leefde, naar de Homo Erectus naar de Homo Sapiens. Deze laatste is de directe voorloper van de moderne mens en is ongeveer 160.000 jaar geleden ontstaan.
Er zijn verschillende hypotheses voor het ontstaan van de mensen. In het boek “Koken, over de oorsprong van de moderne mens” introduceert de Britse primatoloog Richard Wrangham het idee dat door het leren beheersen van vuur en vooral door het koken van voedsel zo’n twee miljoen jaar geleden de mens is ontstaan. Hij stelt dat het eten van bereid voedsel de sleutel is voor het begrijpen van de anatomische en fysiologische aanpassingen alsmede de ecologische en sociale veranderingen die de soort Homo deden evolueren.
Koken levert Energie op
Het koken van voedsel leverde een betere verteerbaarheid en een hogere energiewaarde op dan de rauwe kost waartoe de niet-menselijke soorten veroordeeld waren. De eerste mensen hielden hierdoor brandstof (energie) over voor de groei van zijn hersenen (hersenen vragen ongeveer 20% van ons energieverbruik) wat nodig was om verder te evolueren.
Koken bespaart Tijd
Wrangham stelt dat koken onze voorouders bevrijdde van de noodzaak om het grootste deel van de dag met het kauwen van voedsel bezig te zijn, waardoor er meer tijd vrij kwam voor onder meer de jacht. Door het beheersen van vuur en het koken van voedsel ontstond ook een nieuwe sociale structuur. Een huishouden met een heuse werkverdeling: terwijl de mannen jagen zorgen de vrouwen bij het vuur voor het eten.
Koken, over de oorsprong van de mens is een leuk geschreven en makkelijk leesbaar. Klik hier om een interview met Richard Wrangham te zien (Nederlands ondertiteld).
WRANGHAM, R., Koken. Over de oorsprong van de mens. (Vert. Catching Fire. How Cooking Made us Human) A’dam, Nw. Amsterdam, 2009, 272 pp. – ISBN 978 90468 0586 2